17 maart 2010
In mijn korte golfcarrière is het nu twee keer gebeurd. Dat een marshal mijn pad kruiste. Vorig jaar op de oefenbaan. Ik zag een karretje mijn richting uitkomen. Fijn, dacht ik, ik heb alles voor elkaar en ik word gecontroleerd. Ik had mijn clubkaart bij me. En mijn pitchfork. Helemaal zoals het moest. Volgens mij. En volgens de instructies. Het karretje stopte en de marshal wachtte op mijn afslag. Ik had een prachtige slag. De marshal complimenteerde me met de slag en vroeg naar mijn lidmaatschapskaart. Trots haalde ik mijn
kaart tevoorschijn. Ik verwachtte weer een compliment. Of op zijn minst een goedkeurende reactie. Maar die was er niet. Mevrouw, die kaart moet aan uw tas hangen en zichtbaar zijn. O. Dat was me niet verteld. En waar was mijn pitchfork? Gelukkig, ik kreeg een kans om het goed te maken. Blij liet ik mijn pitchfork zien. Dit was goed. Toch? Nee dus. Die pitchfork moet niet aan uw tas hangen maar moet u in uw broekzak hebben. O. Want anders gebruikt u hem niet. O. Nee? En toen reed de marshal weg. Door deze reactie voelde ik mijn enthousiasme voor de golfsport even tijdelijk verminderen. Gelukkig maar een paar minuutjes.
OK. Nu ben ik wat verder in mijn golfcarrière. Ik mag de grote baan op. De eerste keer dat ik dit van plan ben, mag ik meelopen met Tineke en Tjeerd. Fijn. De tweede poging. Het is woensdag. Een fantastische dag voor deze grote stap. En alles zit vandaag mee. Heerlijke koffie in het clubhuis. Rustig op de baan. De eerste warme lentedag. Een rokjesdag zou Maarten Bril hebben gezegd. De jas kan uit. De zon mag schijnen en dat doet ie. De lucht is blauw. De weidevogels zingen dat het een lieve lust is. Ik hoor ooievaars klepperen. En het allermooiste gevoel: iedereen werkt vandaag. Haha. En ik sta hier.
Klaar voor mijn allereerste slag. Eerst een oefenslag. Dan verschijnt er plotseling uit het niets een karretje. Zoef. Stop. OK. Controle. Prima. Want nu heb ik werkelijk alles voor elkaar. Een tassenlabel aan de tas. Pitchfork in mijn broekzak. Wat kan me gebeuren? Ik sla af. Ping! Wat een bal. Helemaal goed. Wat zeg ik: voortreffelijk ! Deed ik dit? Ik durfde de marshal bijna niet aan te kijken en meende dat ik hem al zachtjes hoorde klappen. Maar dat had ik niet goed gehoord. Hij siste: dat duurde veel te lang! En toen ging ik er op in. En dat kun je beter niet doen voor je goede humeur. Dus snel gestopt waarop ik mijn schitterende dag weer heb opgepakt. Die stond gelukkig nog naast mijn golftas.
Het heeft me later die dag wel aan het denken gezet. En ik heb een soort leuke scriptje voor de marshals van de club bedacht. Dat is iets wat je als leidraad kunt gebruiken bij een gesprek. Ik hoop dat ik de marshals die eens mag geven of zelfs een kleine training mag verzorgen met als werktitel: Hoe ben ik een klantgerichte marshal?
Alles komt uiteindelijk toch goed. Ik heb namelijk gemerkt dat ik juist onder het toeziend oog van een marshal hele puike ballen sla. Van die ballen die goed voelen en die goed klinken. Zulke ballen. Ballen waar je heel blij van wordt. Dus jongens – of zijn er ook meisjes – marshals bedankt en kom maar op. Je bent van harte welkom. Ik denk zelfs dat ik bij het doen van mijn GVB examen een marshal meevraag … ik zal dan vast en zeker met vlag en wimpel slagen !
Marit van der Sleen is ondernemer trainer en coach. Ze doet in deze column verslag van haar ervaringen als beginnend golfer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten