Het is me wad (29.11.2008)



Vanwege het slechte weer was de eerste excursie van mijn vogelclub uitgesteld. Deze vroeg ochtend ging het dan wél gebeuren en stonden we gewapend met laarzen en verrekijker op de dijk bij de kust van Noorderleeg om de wintergasten aan een nadere studie te onderwerpen. Onze Bildts sprekende gids van het Fryske Gea Albert Ferwerda enthousiasmeerde ons en beloofde mede namens Piet Paulusma dat de grijze lucht en motregen weg zouden trekken en dat we heel "veul veugels" zouden gaan zien. Voor veul veugels zijn de kwelders namelijk niet anders dan een groot en heerlijk ontbijtbuffet.
Klaar dus om de kwelders in te trekken. Gelijk bij het begin van onze excursie zag ik mijn eerste ijsvogeltje. Werd me verteld. Want door het grijze weer kon ik geen kleuren ontdekken. Maar toch een fijne gedachte. De ijsvogel stond op mijn verlanglijstje en kon ik afvinken. Hee, een vink, nog een vogel.

De toch verliep goed al werkte het weer niet mee. Volgens de tabellen was het laag water maar voor een wandeling in de kwelders stond het water toch behoorlijk hoog.
Ik moest hardop lachen toen ik voor mij vogelaar Trudy met twee voeten vast in de modder voorover zag hellen en wrikken. Het lachen verging me even later toen ik zelf wegzakte in de blub. Het wad is mooi maar niet iets minder mooi als het tot over je laarzen gutst. Vind ik dan. Een van mijn voeten trok zo vast dat ik uit mijn laarzen floepte en opeens op mijn sokken in de drek stond. En op sokken zak je ook net zo makkelijk in de mud. Misschien zelf wel beter en sneller. Gelukkig kreeg ik met hulp van een vogelaar uiteindelijk mijn laarzen weer te pakken en kon ik met mijn moddervoeten (pjoek) in mijn laarzen verder wadlopen, want daar was onze wandeling inmiddels in veranderd.

Ja, er waren vogels maar mijn aandacht werd vooral bepaald door de koude vogels in mijn laarzen. Over lekker fris gesproken: een collega vogelaar was ook uit haar laarzen geraakt en kon ze niet meer loskrijgen. Zij liep de tocht uit op haar blote voeten.

Op het einde van de excursie spotte onze gids gelukkig nog een jagende en biddende ruigpootbuizerd. Mijn verrekijker droop intussen van de drek en was niet langer bruikbaar. Gelukkig was het op het blote oog ook een schitterend gezicht. En mijn blote ogen bleken ook ongeveer de enige plek te zijn waar ik geen modder had zitten. Het was me wel wat op het wad. Tja, het leven van een vogelaar gaat niet over rozen.

Nu eerst maar eens lekker hoog en droog naar de Groene Ster om wat ransuilen te spotten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten