Tips voor la dolce vita (21.8.2007)


Italië is dolce. Ook afgelopen weekend. Hier volgen de ingrediënten voor een dolce weekend in Italië.

Voor mij begint een reis altijd met een boek. Of liever een stapel boeken. Dat is het eerste waar ik aan denk als ik mijn koffer pak. In het vliegtuig begin ik het boek ‘Eten, bidden, beminnen’ van Elizabeth Gilbert. Dit boek gaat over een zoektocht van een vrouw in Italië, India en Indonesië. Vanwege de woorden ETEN en ITALIE mocht dit boek mee. En het was een goed boek. Een heel goed boek. Het boek is een autobiografisch reisverslag over een vrouw die op zoek is naar zichzelf. Een inspirerend en humoristisch boek. In het begin van het boek is ze haar weg goed kwijt. Ze is als het ware een verdwaalde vrouw.

Verdwaalde vrouw. Dit is tevens de titel van de opera waarvoor ik naar Verona reis: La Traviata, ofwel De Verdoolde. Net als in mijn boek is het centrale thema van deze prachtige opera: De Liefde ! In de opera loopt het niet goed af en het boek kent juist een happy end. Heerlijk om als verdoolde vrouw - zo zie ik mezelf ook af en toe - met dit boek en met mijn lief in Verona te dwalen, de stad van de liefde, van Romeo en Julia.

In haar boek geeft Elizabeth woorden aan steden. Het woord voor Verona is voor mij: dolce. Dat gold voor het weer, de arena met de kaarsjes, de accordeonmuziek op straat, het hotel en de organisatie van de reis. En voor de prachtige boekenwinkel op Schiphol en in Verona zodat we ook meer dan voldoende boeken hebben voor de terugreis en thuis … Maar nog veel liever was ik gebleven. En dolce. Tot de volgende opera!

Infamous

Zo heet de nieuwe film over Truman Capote. Film met een sfeer van de vijftiger jaren met veel roddel en achterklap. En het gedrag van Capote is inderdaad infamous: onbeschaamd. Capote is in de film in gesprek met iemand en praat lang alleen maar over zichzelf. Dan zegt hij: “Wat onbescheiden zeg, ik praat nu al heel lang over mezelf. Laten we het nu eens over jou hebben. Vertel eens, wat vind jij van mij? “

Avontuurlijke trendwatching (11.8.2007)

Vandaag zag ik een potloodventer op mijn skate tocht van Leeuwarden naar Grou. Hij stond vlak langs het fietspad naast de rivier de Zwette. Eerst dacht ik dat het om een wandelaar ging die voor mij even netjes langs het fietspad ging staan maar het was anders.
Hoe dan ook, ik was verbaasd. Ik meende dat deze hobby of afwijking helemaal niet meer voorkwam, niet meer hip was. Eerder ontzettend ouderwets. Na verloop van tijd komen ouderwetse dingen vanzelf weer in. Trend: de potloodventer is terug! En gaat met zijn tijd mee; tegenwoordig geen vies oud mannetje in een regenjas. Nee, dit was een hippe goed

Bange vogel (10.8.2007)


Wandelend in de bossen van Katlijk hoor ik ergens in het bos een buizerd. En een paar paadjes verderop in het bos vliegt de buizerd voor me uit over het bospad. En weer iets verderop is de buizerd neergestreken op een tak van een boom boven het pad. Wat een schitterende roofvogel en zo groot. Het lijkt wel of er een hond in de boom zit met een diep bruine vacht. Ik kan de buizerd goed naderen. Dat is ook geen bange vogel, denk ik. Dan draait de buizerd zijn kop 90 graden. Ergens knap maar ook beangstigend. Zijn kleine kop lijkt niet in verhouding tot zijn grote romp. Hij kijkt me bloedlink aan. Zo blijven we een tijdje staan. En opeens herinner ik me een artikel in de krant van een tijdje geleden dat hier in deze bossen joggers werden aangevallen door een broedende buizerd. Nu is het broedseizoen al lang en breed voorbij maar toch zit het me niet lekker. De buizerd en ik staan intussen nog steeds zwijgend tegenover elkaar. Vogel kijkt naar bange vogel. Inmiddels dus flink bang geworden van deze natuurfilm waarin ik zelf schijn te figureren, klap ik in mijn handen om mijn eigen angst weg te jagen. En de buizerd klapt met zijn vleugels en vliegt weg. Ik stap ook verder. Dag vogel. Dag bange vogel.

Van een boek komt een boek (7.8.2007)

Boeken. Lezen. Ik heb er iets mee. Veel zelfs. Als kind kon ik uren doorbrengen in de bieb. En in de kleine kantoorboekhandel in ons dorp. Kijken naar boeken, gummetjes, stiften. Tijdens het winkelen zorgde mijn moeder ervoor uit de buurt te blijven van zelfs de onbenulligste boekenwinkel. Want eenmaal binnen, kwam ik er niet meer uit. Ik houd niet meer van winkelen maar wel van boeken dus koop ik boeken als ik winkel. En gelukkig moet ik mezelf als trainer en coach continu laten inspireren en heb ik van het kopen en lezen van boeken een gewichtig bedrijfsonderdeel gemaakt. En met de komst van De Slegte is mijn stad Leeuwarden er enorm op vooruit gegaan. Nu is het mijn wens dat Boekhandel Paagman binnenkort een vestiging in Leeuwarden opent met net als in Den Haag een gezellige koffiecorner en nog belangrijker: zondagopenstelling.

Eigen boek. Een paar jaar terug onderhield ik intensief mailverkeer met een vriendin in Utrecht over onze persoonlijke ontwikkeling. We kregen het idee om dit mailverkeer om te vormen tot een boek. Verder dan twee werktitels en rijk fantaseren over het succes en over onze zeer gezellige en goed bezochte signeersessies met champagne door heel het land is het niet gekomen. Veel mensen werden deelgenoot van het plan en vragen naar de voortgang van het boek … en of het geplande kinderboek al uit is. Tja dat krijg je dan. Had dan ook je mond gehouden.

Eigen boek? Vorige week sprak ik een schrijver van eigen boeken. Het leek hem ook voor mijn carrière handig om een boek te maken en dat misschien samen te gaan doen. Wat leuk. Wat aardig. Sinds dit gesprek is heb ik veel beleefd. Eerst de euforie: een boek, een boek ! Om al snel om te slaan in twijfel. Al helemaal toen ik mijn boekenkast en de boekhandels ter plaatse aan een gedegen onderzoek onderwierp: alles is er al. En daarna kwamen spontaan allerlei ideeën en heb ik de pen bij wijze al op het papier gezet en bestaat het boek al in mijn hoofd ... En nu schrijf ik hier weer over het plan voor een boek. En men mag me er aan houden. En ik ook. Want ik wil het graag.

PS Het lukte me gisteren wederom niet om zonder de aanschaf van boeken mijn onderzoek bij de plaatselijke middenstand af te ronden. En daar lag ... mijn boek ! Maar dan niet van mijn hand. Het boek heet: Overvloed van Rinze Terluin. Het boek is een feest van herkenning. Het is of ik mijn eigen woorden lees. Een gevoel van jaloezie bekroop me even. Had IK dit boek maar geschreven. En ook: had ik DIT boek maar geschreven. Wat een goed boek. Een groot compliment voor de schrijver. En dank voor zijn inspiratie en de herinnering aan mijn verlangen.

Onnuttig toeval (28.7.2007)

Toeval bestaat niet. In toeval geloof ik niet. Liever spreek ik van: toevallingen en daar geloof ik sterk in. Inzichten, ideeën en ontmoetingen die me toevallen. Het zijn dingen die ‘toevallig’ tot me komen en die vaak prettig en ook nuttig zijn.

Tijdens de vakantie kreeg ik veel te maken met toevallingen zonder dat ze nuttig waren. Hier is het verhaal van de onnuttige toevallingen.

Een aantal jaren geleden kregen wij van iemand een champagnekoeler gekocht op een hotelveiling. De koeler kwam in onze keuken terecht met als nevenfunctie het verzamelen van houten lepels. En dat ging de koeler heel goed af. Vlak voor onze vakantie viel mijn oog tijdens het eten opeens op een tekstje op deze koeler: Saumur - France. Laat dat nu net de bestemming van onze komende vakantie zijn.
Toen op vakantie. Na een week Dordogne en daarna Bourgogne kwamen we aan in Saumur aan de Loire. Naast veel fietsen besloten we ook wat cultuur te snuiven en te proeven in een van de vele wijnkelders ter plaatse. We kwamen in de vier kilometer lange kelder van het wijnhuis Langlois terecht en namen na goed en veel proeven wat wijnen mee voor thuis. Ik meende het wijnmerk Langlois wel te kennen maar de gids vertelde dat ze alleen aan horeca leveren.
Na de vakantie genieten we thuis van het eten met een lekker glaasje van onze geïmporteerde Franse wijn. En opeens springt vanaf de vensterbank nog een tekst van de champagekoeler in mijn blik. Nu zie ik boven Saumur in grotere krulletters staan: Langlois – Chateau ! Weer toevallig.
Wat verder nog toevallig was: in ANWB gids stond een artikel over Saumur en onze fietstochten langs de Loire. We stonden net nog niet op de foto bij wijze van spreken. En ook zat er tussen de vakantiepost een Intermediair met een artikel “Chateau migraine: Nederlandse emigranten zoeken idylle in Frankijk.” Met een interview met het van oorsprong Limburgse gezin Hub Maassen en campinghouder in de Bourgogne waar wij net hadden gekampeerd. Met op de foto bij het artikel de tent waar wij in kampeerden.

De wereld is klein. Dat blijkt maar weer. En in deze kleine wereld kom ik er achter dat er naast veel nuttige ook onnuttige toevallingen zijn. En nu heb ik opeens weer een inzicht wat me toevalt: misschien draait de levering van de toevallingen in de vakantiemaanden op halve kracht en worden er daardoor juist onnuttige toevallingen bezorgd? Tsja. Dat brengt me op de vraag: is dit laatste inzicht een nuttige of een onnuttige toevalling?

Nederlandse Fransen nog onklantvriendelijker (23.7.2007)

Volgens mij gaan Nederlandse toeristen in Frankrijk bij voorkeur naar campings en chambre d’hotes van Nederlandse emigranten. Daar kun je tenminste nog wat hollandse aardigheid verwachten. En je kunt er nederlands spreken. Met de taal zit het wel goed maar met de aardigheid vaak juist niet. Die nederlandse emigranten zijn niet voor niets naar Frankrijk gegaan. Ze willen leven als God in Frankrijk! Dat betekent net zo lekker onverschillig en onklantvriendelijk doen als de Fransen. Of liever nog erger, omdat je de jaren ervoor misschien als een dolle keihard voor een baas hebt gewerkt en nu zelf eerst een paar jaar vakantie wilt vieren … En dan kom je op de kleine camping Le Paroy in

Fransen zijn onklantvriendelijk (15.7.2007)


Laat ik positief beginnen. Voor mij is het Franse gebak met de allerlekkerste patisserie van tout le monde reden genoeg om naar Frankijk te gaan. Denkend aan een flan naturel loopt het water me al in de mond. Ook water, maar dan eerder een koude douche is de klantvriendelijkheid in Frankrijk. Zo zijn tussen de middag, als je al fietsend net honger begint te krijgen, alle bakkers dicht. Verder heb ik de indruk dat Fransen extra snel Frans praten als ze doorhebben dat je een buitenlander bent. Daar hoef je geen woord Frans voor te spreken. Dat ruiken ze al vanaf een afstandje.

Van een duur hotel verwacht je het beste en van een goedkoop hotel hoop je het beste. Zo kwamen we op een camping